Eskabee: de aanhouder wint
- Bram Desmet
- 29 mrt 2017
- 8 minuten om te lezen
Supporteren, het is een vak op zich. Een prachtige tweekamp waar fierheid en ontgoocheling elkaar genadeloos in de ogen kijken, en zich keer op keer de sterkste willen tonen. Gelukzalige hoogtes en bodemloze dalen, die elke negentig minuten meer kracht worden bijgezet. Jezelf een supporter noemen, is slechts voor enkelingen nog een eer die je respectvol moet verdienen. Niet door een tenue te kopen van Barcelona of Real Madrid, in tijden waar deze clubs met een ongenaakbaar aura de Europese successen aan elkaar rijgen.
Spijtig genoeg behoor ik deels tot deze laatste categorie. Mijn eerste voetbalshirt was er eentje van Anderlecht. Redenen waren er genoeg. Enerzijds het Brusselse ketje dat in mij schuilt, wonend op een boogscheut van het Astridpark. Anderzijds het feit dat mijn beste copain een blauw-zwarte fan is en ik graag mensen jen. Maar zou ik ook 'ne mauve' geworden zijn als Anderlecht geen succesvolle club was, die al blij moest zijn met een puntendeling op La LouviĆØre? Ik weet het niet.
Daarom kijk ik hard op naar supporterslegioenen van minder succesvolle teams. Mannen (en vrouwen ook, uiteraard) die achter hun ploeg staan en blijven staan, met een onvervalste 'no matter what'-mentaliteit. Zelfs als hun club helemaal de dieperik ingaat, verzwijgen zij hun voorliefde niet. Integendeel, op die momenten komen de ware supporters naar boven. EƩn van de mooiste supportersverhalen vinden we vandaag terug in Derde Provinciale Oost-Vlaanderen. Momenteel wordt de rangschikking daar aangevoerd door Yellow Blue Beveren. Portret over een club die letterlijk en figuurlijk werd gemaakt door de supporters.
De opgang
We schrijven lente 1949. SK Beveren-Waas slaagt erin om voor het eerst op te klimmen naar het nationale voetbal. Geen groot nieuws, zij het niet dat de club hier meer dan een halve eeuw zal vertoeven. Later blijkt dit het startschot te zijn van een prachtige campagne, waarin de Beverse traditieclub zowel in Belgische als Europese middens zou uitgroeien tot een geduchte tegenstander.
Aanvankelijk scheert SK Beveren-Waas geen al te hoge toppen. Men kampeert een decennium in Derde Klasse, in de lage middenmoot. In 1960 volgt er zelfs een degradatie naar Vierde Klasse. De tijd blijkt rijp om enkele jongeren van rond de kerktoren hun kans te geven. De zoektocht naar Bevers voetbaltalent brengt de club steevast naar 'het Congoken', een zandplein nabij het stadion waar de plaatselijke voetbaljeugd elkaar partij geeft. Tussen dit allegaartje duiken doorheen de jaren tal van toppers op. Als volgt een kleine bloemlezing. Wilfried Van Moer, drievoudig winnaar van de Gouden Schoen. Omer Janssens, een enfant terrible maar misschien wel de beste voetballer uit de clubgeschiedenis. Freddy Buyl, die een recordaantal wedstrijden afhaspelde in Eerste Klasse. En tenslotte Jean Janssens, tevens winnaar van de Gouden Schoen.
In de jaren die volgen maakt een verjongd SK Beveren-Waas een steile opmars doorheen de nationale reeksen. In zes jaar tijd katapulteert de Gouden Generatie de club van Vierde naar Eerste Klasse. Een huzarenstukje waar ook trainer Guy Thys een aandeel in heeft. Ongelooflijk wat een revolutie een ogenschijnlijk klein clubje als SK Beveren-Waas doormaakte in die jaren '60. Om het kort maar krachtig te schetsen; in het seizoen 1963/64 speelde men nog tegen Zwevegem Sportief, in 1970 trok men naar Highbury om het grote Arsenal partij te geven - dit reeds na uitschakeling van Europese grootmacht Valencia. Onwaarschijnlijke uitersten. Groeipijnen lijkt men in het Waasland nooit gekend te hebben, aangezien de club - buiten een ƩƩnjarig verblijf in Tweede Klasse - tot 1990 op het hoogste Belgische niveau acteerde.

Eind jaren zeventig braken nogmaals Gouden Jaren aan voor het van naam veranderde SK Beveren. In twee jaar tijd sleepte men zowel de Beker van Belgiƫ als de Belgische landstitel binnen. Europees toonden de geel-blauwe leeuwen zich te sterk voor Inter Milaan, en was het latere Europacupwinnaar Barcelona dat twee gevleide overwinningen nodig had om de Waaslanders een halt toe te roepen. Beveren werd prompt gepromoveerd tot 'klein Anderlecht'. Met Gouden Schoenen Jean-Marie Pfaff en Jean Janssens, topschutter Erwin Albert, en Duitse fantast Heinz Schƶnberger ging het de club jarenlang voor de wind. In vijf jaar tijd bereikte men tot drie maal toe de finale van de Beker (waarvan twee eindoverwinningen) en mocht men twee titels op het Bevers palmares schrijven.
De neergang
De vierde finale in de beker betekende echter een keerpunt op de Freethiel. Trainer Johan Boskamp deed de hoop begin jaren negentig nog even opleven, maar swingen deden de jongens van Beveren niet meer. Deze terugval had veel voeten in de aarde, niet alleen op sportief maar ook op extrasportief vlak. Zo was er de Bellemansaffaire, waarbij enkele zwartgeldstromen werden opgedoekt, maar ook het Bosmanarrest dat spelers meer macht gaf om een transfer te verkrijgen van hun club. Gecombineerd met een gefaald transferbeleid voelden veel Beverse supporters de dreigende onweersbui al hangen.
Rond de eeuwwissel eindigde men het seizoen telkens ƩƩn of twee plaatsen boven de degradatiezone. in 2002 lukte dit niet meer en eindigde SK Beveren als allerlaatste in de hoogste voetbalklasse. Toch kregen ze in extremis nog een reddingsboei toegeworpen, aangezien Eendracht Aalst net zoals RWDM geen licentie verkregen.
Het sportief en financieel getergde SK Beveren stond toen aan de vooravond van haar laatste hoogdagen. Een hoofdstuk waar Jean-Marc Gillou een vrijgeleide kreeg binnen de club. Deze zorgde voor een samenwerking met Arsenal, dat enkele spelers stalde in Belgiƫ. Anderzijds toverde Guillou tal van Ivorianen tevoorschijn uit zijn voetbalacademie in Abidjan. Onbekende maar onbeminde zwarte parels, die meteen het mooie weer wisten te maken. Enkelen stootten zelfs door tot het hoogste Europese niveau na hun passage in het Waasland, met Yaya TourƩ (Barcelona, Manchester City) en EbouƩ en Gervinho (Arsenal) als exponenten.
In het seizoen 2003/04 speelde SK Beveren diens laatste bekerfinale, die het met 4-2 verloor van Club Brugge. Het daaropvolgende seizoen begon veelbelovend, aangezien men met FC Vaduz en Levski Sofia twee aardige tegenstanders overleefde in de voorronde van de UEFA Cup. In de groepsfase werd Beveren echter overvleugeld door gevestigde internationale waarden, waaronder het Portugese Benfica en het Duitse Stuttgart - meteen de laatste Europese wapenfeiten van de Waaslandse club. Hierna volgden de kwakkelseizoenen elkaar in hoog tempo op en ook talentspotter Guillou verdween uit beeld. Enkele trainers passeerden de revue en degradatie naar Tweede Klasse werd al snel onafwendbaar. Daar kon het zich eerst nog meten met de eindrondekandidaten, maar de club zakte terug. Sportief uitgeblust en financieel aan de grond, zijn de supporters degenen die altijd voet bij stuk hebben gehouden. Met de actie 'KSKB olƩ' zamelden zij 100.000 euro in, samen met de inbreng van enkele nieuwe sponsors voldoende om hun club leefbaar te houden.
'Fusie'
Enkele jaren sleet SK Beveren in het vagevuur van Tweede Klasse, in tegenstelling tot de ambitie van bestuur en supporterslegioen. Het aantrekken van Johan Boskamp als hoofdcoach moest een resolute ommekeer inzetten. Hij zou het verdronken kalf niet meer kunnen redden en werd door zijn halsstarrige beleid en plotse vertrek bovendien persona non grata in verscheidene Beverse middens.
In 2010 raakt bekend dat SK Beveren geen licentie aanvraagt en vrijwillig een reeks zal dalen. Daarnaast gaat het een officieuze fusie aan met Red Star Waasland, waardoor een einde komt aan het 75-jarige bestaan van KSK Beveren. Officieus, wat zoveel betekende als 'zo moet RS Waasland niet opdraaien voor de schulden van het ter ziele gegane Beveren'. Vandaag bengelt het geknutselde Waasland-Beveren steevaast aan de staart van Eerste Klasse.
Brengt ons dat aan het eind van mijn verhaal? Nee, integendeel. Ik begon mijn verhaal met een ode aan de 'echte supporter'. De man of vrouw die het week na week kan verkroppen dat zijn of haar team ver van haar gloriejaren verwijderd is, en een roemloos bestaan kent - althans voor onbepaalde tijd. Aanhangers van een ooit zo veelbelovende club, die vandaag - klinkende overwinning of dramatische verliespartij - teren op hun in het verleden opgebouwde trots.
Wanneer mag je jezelf een supporter noemen? Wanneer je nog openlijk uitkomt voor je geliefkoosde club, zelfs na een mindere wedstrijd? Na vijf verliespartijen op rij? Of twee degradaties op rij?
We schrijven 2011. Het supporterslegioen van het ooit zo grote SK Beveren staat op straat. Een deel ervan kan zich niet identificeren met de nieuwe club die zich voor hen aandient, Waasland-Beveren. Ze nemen het heft zelf in handen en bouwen eigenhandig een elftal uit, dat ze bij de voetbalbond aansluiten onder de naam YB SK Beveren.
Een anonieme vierdeprovencialer ontstaat, officieel zonder geschiedenis. Maar zelf weet men beter. Dit is SK Beveren. De ploeg van Guy Thys en Jean-Marie Pfaff, waarmee men de Gouden Jaren kende. De ploeg die vijf bekerfinales speelde, waarvan ƩƩn met tien Ivorianen en een Let in de beginopstelling. De tweevoudig landskampioen, die terminaal ziek door financiƫle problemen geen oplossing meer vond.
Het eerste seizoen van YB SK Beveren verloopt allerminst van een leien dakje. Vooraleer de club aan een sportieve remonte kan beginnen, moet het eerst een extrasportieve strijd aangaan - met de eigen gemeente dan nog wel. Na een juridische dans mag de club vanaf 2012 aantreden op een zijterrijn van het Freethielstadion. Toch blijft het steeds knokken om niet verstoten te worden door grote buur en eersteklasser Waasland-Beveren. Uiteindelijk sluit men het eerste seizoen af op een troosteloze tiende stek.
In seizoen twee lijkt YB SK Beveren in hetzelfde bedje ziek; na de heenronde bekleedt men een plaats in de lage middenmoot. Toch slaat de motor ineens aan, en viert men in mei haast per ongeluk de promotie naar Derde Provenciale. Een vergiftigd geschenk, want een jaar later eindigt men laatst en is men weer bij af. Ups en downs blijken geƫrfd te zijn van het oude KSK Beveren.
De degradatie doet echter een nieuwe wind waaien binnen de club. De harde kern van bestuursleden en supporters bleef echter steeds dezelfde. Mensen met een passie en een missie, allebei geprojecteerd op hun eigen YB SK Beveren. Sportief en financieel lijkt men eindelijk op het juiste pad te zitten. De promotie in Derde Provenciale is bijna een feit, en men is voorzichtig ambitieus. De club wil binnen vijf jaar graag meedraaien in Eerste Provenciale, en ook investeren in een eigen accomodatie en jeugdacademie.
Het kadert allemaal binnen een groots project, waar men zich niet uitsluitend op sportieve successen richt. YB SK Beveren ziet zichzelf als de pionier van het fan-owned voetbal, een nieuwe strekking die de essentie van voetbal graag wil terugbrengen. Een honderdtal Beverse leden stuurt hun club in de richting waarin ze samen overeenkomen; zo mijdt men malafide investeerders en vaart men een weloverwogen koers. Hiermee volgt YB SK Beveren het voorbeeld van vele Britse en Scandinavische voetbalproducten, die zelfs op de hoogste niveaus acteren.
Daarnaast wil men het erfgoed van KSK Beveren in stand houden. Het Eskabee Magazine - een supportersblad grasduinend door de historische en actuele verhalen binnen de club - is hier voorbeeld van hoe serieus men dit erfgoed neemt. Onlangs bracht men ook een gedocumenteerd boek uit ter ere van 80 jaar KSK Beveren. EƩn ding is zeker: de erfenis leeft voort.
Ten slotte houdt YB SK Beveren zich ook voor om zich sociaal te engageren. Men tracht het Beverse voetbal weer om te toveren tot een echt volksgebeuren. Jaarlijks haalt de club een aardige som op, die het doorstort aan een lokaal sociaal project. Op termijn ziet men dit echter uitgroeien tot een consistente bijdrage aan het sociale welzijn in Beveren en omstreken. Of hoe YB SK Beveren een Ʃchte volksclub wil worden.
Een atypische club paradeerde de afgelopen vijf seizoenen doorheen de laagste regionen van de Oost-Vlaamse voetbalkelders. Een verrijking vormt YB SK Beveren zonder twijfel. Doorgaans zakken er enkele honderden toeschouwers af voor thuis- én uitmatchen. Nooit vertoonde scènes spelen zich af in dorpskernen van enkele reeksgenoten. Sfeer en passie, twee woorden die men moeiteloos in één woord met YB Beveren kan noemen. Het nieuwe Beveren krijgt vorm, en klimt gestaag hogerop.
Zes jaar later, in 2017, voert YB Beveren de rangschikking aan in Derde Provenciale. Men kijkt er voorzichtig naar boven, want nergens anders weet men beter hoe snel men de aftocht kan blazen. Met even veel passie draaft het supporterslegioen op voor de zondagnamiddagwedstrijd van hun geel-blauwe leeuwen. Want ook al speelt men vandaag tegen het bescheiden Eendracht Verrebroek; wie de club niet steunt in Derde Provenciale, moet ze ook niet steunen in de toekomst wanneer men uit het moeras kruipt. Brengt YB Beveren de Gouden Jaren ooit nog eens terug naar het Waasland? Een kleine kans. Maar als het zo is, zullen de fans van vandaag nog steeds op de eerste rij staan.
Dan mag je jezelf een supporter noemen.
Comentarios